Zondag was het tuincentrun alhier open en hebben we een kerstboom gekocht.
Nadat de boom eerst een tijdje in de hal had gestaan om te acclimatiseren schoven we hem de kamer in.
Maarten hing de lampjes erin.
Vervolgens heb ik samen met de meiden de boom verder opgetuigd. Hieronder zie je het resultaat.
Een mooi boompje vinden wij.
De foto die vorige week donderdag van ons gemaakt is stond vandaag in de nieuwsbrief.
Best een leuk kiekje vinden wij.
De vijf euro is die middag direct besteed zoals
Paulien en
Bente al hebben gemeld.
Met het mooie weer van de laatste tijd zie je ook weer luchtballonnen.
Vorige week kwam er één zo laag over "zeilen" dat het er op leek dat hij op een parkeerplaats zou landen vlakbij ons huis. Uiteindelijk viel het nog mee en ging het gevaarte toch weer flink omhoog.
Vandaag zagen Bente en ik een speciale ballon. "Het is een oog met haren", vond Bente.
Ik heb al veel special shapes gezien maar deze was nieuw voor mij.
Bente riep Paulien en papa om deze ballon te bewonderen en zij vonden hem ook erg leuk.
We hebben hier echte koekenbakkers in huis. Letterlijk!
Het was heerlijk weer vandaag.
Heerlijk weer om in de tuin bezig te zijn.
Daar lag nog een enorm "pak" bladeren die opgeruimd moesten worden.
Zo gezegd, zo gedaan.
En zo ontdekte ik dat onder de herfstbladeren de lente inmiddels bloeide en groeide.
Een leuk kunstwerkje van moeder natuur zat er tussen de gewone aardappelen.
Deze hartvormige aardappel vond Paulien erg mooi.
"Mam, die moet je bewaren". Waarop ik haar vertelde dat, dat helaas niet zou gaan.
"Dan moet je op zijn minst een foto maken".
En aldus geschiedde.
Het valt ook allemaal niet mee, als kind zijnde
Vandaag maakten we ons eerste uitstapje van onze vakantie.
We gingen naar de dierentuin in Nordhorn. Het is een kleine, leuke dierentuin die midden in een woonwijk ligt.
Onderstaande geit zagen we ook in deze dierentuin.
Nu niet denken dat het een "gewone huis tuin en keukengeit" is.
Dit is een beest met blauw bloed!
"Daahaag Uwe Koninklijke Hoog-geit", zei Bente tegen hem. En dat kon meneer geit wel waarderen